vrijdag 31 juli 2009

Chedigd

De ene dag
Is de andere niet.

Kijk, daar heb je Sint. En dat is
Zwarte Piet.

De schoorsteen staat scheef
Weer eens.

zaterdag 25 juli 2009

Fitis, ekster & twee ijsvogeltjes

Fitis, jij schichtig luchtacrobaatje, ik zie naar je uit als ik des zaterdags ochtends voor ik naar de bakker ga even langs je paaltje loop dat jij met je witte vuil gemarkeerd hebt. Ach, hoe je opvliegt zodra jij mij in het vizier krijgt en in vrijwel verticale vlucht richting boomkruin gaat, ik sla bijna om van bewondering.

Terwijl ik dit schrijf herinner ik me de ekster – de libel onder de vogels – van begin deze zomer, die ik zag komen aanvliegen, en hoe hij met een onnavolgbare wenteling plaatsnam op de lampenkap van de straatlantaarn waar ik precies op dat moment onderdoor fietste.

De ijsvogeltjes in Florence die kwikzilverachtig het water van de Arno doorboorden en met een visje in hun snavel weer opdoken en plaatsnamen op hun respectievelijke paaltjes.

zaterdag 18 juli 2009

Doe mij maar regen

De ochtend beviel mij. Regen, donkere luchten. Voordat ik naar de bakker ging onder mijn parapluutje langs de stadswallen gelopen en beurtelings naar de huizen gekeken en naar de rivier met de zwangere wolken erboven. Het genot dat ik daarbij ervoer was er een van louter aanschouwen. Driften en strevingen op off. Kijken en opgaan in het kijken – of zoals het bij Schopenhauer heet: het zuiver schouwen van het willoos subject.

Patrick Modiano

« Je n’ai rien à confesser ni à élucider et je n’éprouve aucun goût pour l’introspection et les examens de conscience. Au contraire, plus les choses demeuraient obscures et mystérieuses, plus je leur portais de l’intérêt. » schrijft Patrick Modiano op pagina 45 van Un pedigree, en goed beschouwd geldt dat met name voor zijn romans. Tonen, beschrijven; niet analyseren of interpreteren –of toch alleen bij hoge uitzondering. Wellicht lukt het hem juist daarom zo goed om steeds maar weer die dromerige sfeer te creëren en dat schimmenspel op te voeren waar ik zo vatbaar voor ben. Ook nu heb ik me een week lang verheugd op mijn lectuur en er dito van genoten, ofschoon Un pedigree in die zin uit de toon valt dat het geen roman is maar een autobiografische terugblik op zijn jeugd en zijn verhouding tot –en ook wel afrekening met – zijn ouders. Hier worden wel degelijk oordelen geveld en zijn ouders, een vader die hem steeds maar in een pensionaat wil stoppen en een koude hooghartige moeder die er niet voor terugdeinst om hem geld af te troggelen, komen er bepaald bekaaid van af. Wat Un pedigree zo interessant maakt is dat er allerlei figuren en voorvallen de revue passeren die in al dan niet licht gewijzigde vorm terugkomen in zijn romans, soms zelfs onder dezelfde naam. Gay Orloff bijvoorbeeld, de mooie jonge Russin. En ook haar zelfmoord. De DS 19. De appartementen waar kantoor gehouden wordt en waar zaken worden gedaan die onopgehelderd blijven. Un pedigree is een kijkje in de keuken van de schrijver. Behalve het procedé waarmee ik dit stukje begon, krijg je in Un pedigree dus ook de ingrediënten voorgeschoteld van Modiano’s romankunst.

Soms verbaas ik me erover dat zijn procedé zo effectief is. Ik lees een roman van hem en probeer uit te maken waarom zijn werk fascineert in plaats van verveelt. Ik bedoel, het komt voor dat iemand, zeg een jonge vrouw over straat loopt en dan naar een bevriende man gaat om te kijken hoe het met hem is en dat schrijft Modiano dan op, hij laat haar de trap oplopen en het appartement binnengaan – en de volgende alinea heeft ze alweer afscheid genomen en loopt ze op het trottoir. Niets van het bezoek wordt aan je medegedeeld. Geen stukje gesprek, geen inkijkje in het appartement van de man; niets. En toch boeit het. Ik weet ook niet hoe hij het doet. Maar hij doet het. Ik ben verslaafd aan het werk van Patrick Modiano.

zaterdag 4 juli 2009

Sexy hoor, zo'n scheve mond

Een mens moet wat, bijvoorbeeld naar de bioscoop. La Fille du RER in de matinee. Mooie film nochtans en een bijzonder fraai jufke dat de hoofdrol speelt - even spieken - Emilie Dequenne. Ik zit naar haar te kijken, ik zit me aan haar te verlustigen, en ik denk aan wie doet zij mij toch denken? Die grote bos haar, die gerust een chevelure genoemd mag worden, maar vooral ook die mond, en dan vooral als ze lacht… Die scheef trekt als ze lacht… Heel charmant, maar niet uniek. Welke vrouw had nog meer zo’n volle haardos en zo’n charmante scheve mond? Ik denk en ik peins en ik pijnig mijn hoofd, vruchteloos, het wil me niet te binnen schieten… Of toch - Yvonne van Gennip! Niet de allermooiste vrouw natuurlijk, laat staan de charmantste – eerlijk gezegd vond ik haar altijd nogal een doos, zo’n feminiene equivalent van de ideale schoonzoon, zeg een vrouwelijke Dirk Kuyt als je me volgen kunt – en evenmin uitgerust met zware krullenpracht. Maar ze had wel zo’n mond. En ze had ook –en misschien heeft ze die nog, wie weet- lekkere breje heupen en stevige bovenbenen, en met haar gespierde billen een paar lekkere stootkussens waartegen ik eens even lekker tot stilstand zou willen komen: ik bedoel, daar niet van. Maar de gelijkenis was niet bevredigend en ik broedde voort in het donker van de bioscoop totdat het me te binnen schoot: die zielige eenzame muts die verliefd wordt op Robert DeNiro in Heat, verdomd, die had ook zo’n chevelure en ook zo’n heerlijke scheve mond met van die zachte volle lippen gemaakt om een man oraal plezier te verschaffen… Maar het was een mooie film of had ik dat al gezegd?

Na afloop van de film mijn blik omstandig gelaafd aan het fraai geëtaleerde vrouwenvlees op de Oudegracht. De good old deinende kontjes en schuddende tietjes en blote benen en al. “Ik durf het bijna niet te vragen, mevrouw, maar zou ik even, al is het maar heel even… Nee, ik durf het toch echt niet te vragen.” Onderweg bij de Platenboef Udu Wudu (met trema’s) van Magma gekocht en Aqualung van Jethro Tull. “Sitting on a park bench – Eyeing little girls with bad intent.” Bij Broerse L’Oeuvre au noir van Marguerite Yourcenar, Tegen Sainte Beuve van Marcel Proust en, voor op de wc, Doodverf van Adrie van der Heijden.