maandag 26 juli 2010

Twee meisjes en een hondje

Ik zit op een bankje en rook een sigaret. Twee meisjes, een van elf, misschien twaalf en een van vijf of zes, en een hondje lopen mijn blikveld binnen. Ze nemen het pad dat in het verlengde ligt van het bankje waarop ik zit. Het oudste meisje steekt haar haar op, het jongste meisje volgt haar voorbeeld. Zo zie ik ze het bruggetje betreden: beide meisjes met de handen boven hun blonde haar; het hondje met zijn gekrulde staart omhoog. Als in een heel onschuldige kinderfilm.

vrijdag 16 juli 2010

Baktalwatte?

We zaten vast in de lift, Reinaert en ik, ergens tussen de 44e en 45e etage van het gebouw van de Verenigde Concubaten.
Ik veegde het zweet van mijn voorhoofd en sprak de memorabele woorden: “Wat nu?”
Reinaert keek mij aan met een weinig hoopvolle blik. “Zoals ik het bezie, zijn we zo goed als verloren. Het enige dat ons nu nog redden kan, is een Baktalboeflab…”
“Maar dat treft..!” zei ik. “Ik heb er vanochtend toevallig nog een gekocht bij Meloenen Voor Miljoenen toen ik daar mijn fruitonbijt at. Kijk,” ik haalde mijn Baktalboeflap uit mijn broekzak en toonde hem aan Reinaert, “hier heb je hem…”
Reinaert nam de Baktalboeflap van mij over en maakte er de bekende beweging mee; en inderdaad, de lift zakte naar de 44e verdieping en opende daar voor ons de deuren.
Maar wat wij daar zagen op de vloer van de 44e…

zaterdag 10 juli 2010

Oproep aan Herman Brusselmans

Beste Herman,

Ik vind je soms echt heel grappig en je lijkt me ook best sympathiek, ik herinner me dat ik heel lang geleden toen ik nog erg van popmuziek hield een interview met je las dat in Oor stond afgedrukt, je zei daarin dat je van Therapy? hield en dat je een keer tot tranen toe geroerd was tijdens een concert van Suede en daarmee heb je je voor mij ingenomen - of hoe zeg je dat – net zoals ik extra waardering kreeg voor Michiel Romeyn toen ik in een interview met hem in de Volkskrant las dat hij Roxy Music helemaal te gek vond vanwege die glitter en struisvogelveren en dat machtige nummer behelzende een ode aan een opblaaspop, - maar zou je voortaan alsjeblieft niet meer van die dikke boeken willen schrijven als het boek van je dat ik nu aan het lezen ben, getiteld De Droogte? De eerste tien twintig bladzijden is het lachen gieren brullen en ook na vijftig pagina’s is het wel okay, maar na honderd bladzijden wordt het me een partij langdradig dat boek van je. Het wordt gewoon te veel joh, dat stoppen om de weg te vragen en dan weer een gesprekje voor de vuist weg eindigend met een kort vuistgevecht. Het taalgebruik wordt te gewild grof en de grappen te geforceerd, het wordt gewoon uitzitten man, geen lol meer aan. Dus mijn advies aan jou: zoek een baan om de tijd te doden en benut de resterende tijd met het schrijven van dunne boeken.