maandag 27 december 2010

Platenkast is niet meer

Vandaag afscheid genomen van platenkast. Ding heeft ruim vijfentwintig jaar dienst gedaan. Ik heb langer geleefd met die kast dan zonder die kast op mijn kamer. Op de platenkast, die laag was, stond nog het een en ander dat het zicht ontnam aan een paar teksten die ik zo rond mijn twintigste levensjaar erop moet hebben gekalkt met een zwarte marker. Een stukje 21st Schizoid Man, een paar regels van een Yessong. En een soort negatieve versie van Marc groet ’s morgens de dingen, dat ik toen echt nog niet kende hoor. Dat je niet denkt dat ik plagieer. Bovendien is het hopeloos sentimenteel en – hopeloos tout court (zeg maar). Maar toch, opdat het niet verloren ga voor het nageslacht:

Boy: “Morning wall’s.”
Walls: “We are four. You’re alone.”
Boy: “Morning chair.”
Chair: “Sit down boy. Keep me warm.”
Boy: “Morning door.”
Door: “Sorry, I’m closed.”

Boy: “Morning morning…”
Morning: “Hahahaha…!”

zondag 26 december 2010

Vogelhuisje in de sneeuw

In het vogelhuisje strooi ik vogelzaad. Met als gevolg het volgende tafereel: een merel die in het vogelhuisje spilziek zaadjes staat te pikken en aan de voet van het vogelhuisje een groep huismussen die het gemorste voer verorberen. Soms probeert een dappere huismus zich een plaatsje naast de merel te verwerven, maar dan wordt de merel boos en doet hij met zijn snavel een uitval naar het musje, dat pardoes weer opvliegt.

vrijdag 17 december 2010

Café Cinebetonblok

Mensen praten hier tegen elkaar –
Ik praat tegen mijn boekje.

Ging die doos hiernaast
voor mij maar uit haar broekje.

vrijdag 10 december 2010

Pumpkinhead

Ik heb een puntenslijper in de vorm van een gele pompoen met ogen, neus en voortand op mijn bureau staan. Ik ben me heel lang niet bewust geweest van des puntenslijpers aanwezigheid op mijn bureau. Totdat de puntenslijper (pumpkinhead) in de nacht van dinsdag op woensdag pardoes verscheen in een droom. Behalve een visuele was het ook een auditieve droom. Ik droomde namelijk dat ik een ijle versie van Genesis’ I know what I like hoorde, hoewel het ook Firth of Fifth kon zijn geweest, of een medley dan wel mash up van beide. Er ging een dramatische kracht uit van de pumpkinhead de puntenslijper, ik bedoel hij was duidelijk niet zomaar een puntenslijper, hij was bezield (de fabriek had hem een gezicht meegegeven, de droom had hem leven ingeblazen). Tenslotte meld ik nog dat er een zinvol verband was tussen de muziek van Genesis en pumpkinhead de puntenslijper, een verband dat mij tijdens de droom vast en zeker helder was of toch tenminste als vanzelfsprekend voorkwam, maar dat ik in wakende staat absoluut niet meer kan duiden.