zaterdag 27 augustus 2011

Entry in moleskine 2-6-2011

Donderdag, 2-6-2011
Station Lille Flandres, wachtend op de trein.
Jêrome, bij wie ik mij meldde om mijn laatste nacht in hotel Alcides Opéra te betalen, zei dattie de kamer zou laten behandelen. “Il y avait beaucoup de moustiques dans ma chambre. C’était très ennuyeux. » De hele fuqqin’ nacht geen oog dicht gedaan.
Dans le train, 10 :22
Voor me zitten twee blondjes van midtwintig, geen optimale schoonheden, maar zondermeer leuk om te zien en dus om naar te kijken, wat ik met regelmaat doe, ze hebben het toch niet in de gaten. Het zijn duidelijk zussen van elkaar. De ene die met haar gezicht naar mij gekeerd zit, heeft een spitse neus en een kin die als ze de veertig voorbij is haar schoonheid tenietdoen zal door heksachtig vooruit te steken. Ze heeft een dromerige blik in haar ogen die mij voor haar inneemt. Ze luistert naar muziek via een oortje, net als haar zuster wier gezicht ik zie in de weerspiegeling van de ruit. Haar contouren zijn minder scherp, misschien dat ik haar daarom mooier dan haar zuster vind. Omdat ik het plaatje zelf mag inkleuren, blabla. Het zijn trouwens Engelsen, de zusjes. Die met de spitse kin vroeg iets aan de conducteur in het Engels en nu, terwijl ik dit schrijf, praten ze zacht met elkaar, heel beschaafd. “No, they speak Dutch… and English,” vang ik op.
“U zult zeer welgesteld zijn, lang zal het evenwel niet duren.”
Ofte wel: we komen aan in Kortrijk.

woensdag 17 augustus 2011

powwetrie

Dominee, wat is pijpen?
Dominee, slikt uw vrouw ook de pil?

Er is een man die dronken in zijn stoel zit met een haarlok voor zijn ogen.

Een gedicht is
een gedicht.

maandag 15 augustus 2011

De begraafplaats van Praag

Begon veel belovend… Zalige situering qua plaats en tijd… (Vorig) fin de siècle te Parijs, de Rue Galande, Place Maubert… Charcot in de weer met de hysterica’s, een zekere dokter Froid… Een vertelling met veel schwung en met weinig moeilijke woorden en betrekkelijk simpele zinsconstructies… Dat was wel anders bij de Slinger van Foucault destijds, daar was het echt ff doorbijten… Maar dat doorbijten werd beloond toentertijd… Terwijl nu, nu krijgt het toch iets te veel van een klucht… Van een herhalingsoefening… Daar komen ze weer, die vrijmetselaars en de tempeliers en de rozenkruisers en de satanisten… Dan liever Là-Bas van Huysmans lezen hoor… De geest van Joris-Karl waart sowieso door hett boek… Die beschrijvingen van goedkope eethuizen… De zwarte mis …die overigens door zijn erg expliciete beschrijving van alle mystiek en spanning ontdaan werd…

Edit: heb via internet nog fkes het interview met Eco in Brands met Boeken gekeken. Kleine lofzang van Eco op Sylvie van De Nerval levert de erudiete Italiaan extra kudos op en ons en passant het inzicht dat grote literatuur geen kwestie van eruditie is, maar van talent en inspiratie, want Sylvie, qua formaat amper een novelle te noemen, is in al zijn schijnbare eenvoud geniaal en een toonbeeld van vertelkunst.

donderdag 11 augustus 2011

Franz Schubert

Rockmuziek is uitermate geschikt om de hevige gevoelens van de adolescentie uit te drukken. Liefde, haat, eenzaamheid, afzondering, jij tegen de rest van wereld: dat laat zich makkelijk vertalen in schreeuwende zang en ronkende gitaren. Dat de klassieke muziek zich daar eveneens voor leent blijkt bijvoorbeeld uit de liederencycli van Franz Schubert. Levenslust, verlangen, hoop, hoop tegen beter weten in en tegen de klippen op; en dan melancholie, afzondering, dwalen en verdwalen, boosheid, berusting en dood: romantiek kortom. Die schöne Müllerin en Winterreise, geef het een kans.

Komisch bedoelde synopsis van Die Schöne Müllerin:
Gezel valt voor knappe molenaarsdochter. Knappe molenaarsdochter voelt meer voor de jager. Gezel zit met de gebakken peren.

Droom

Hoe ik erbij kom mag God weten – en dat weet Hij ook, die Ouwe Pik – maar wat ik vannacht toch weer gedroomd heb… Ik was in een kledingzaak waar ik een aan een rek een sterk afgeprijsde ribfluwelen broek zag hangen. Toen ik die broek van het rek nam om hem te gaan passen, merkte ik dat er een portemonnaie in de broekzak zat. Een goed gevulde portemonnaie bovendien. Ik liep ermee naar een winkelbediende en overhandigde hem mijn vondst. Hij bekeek de inhoud van de portemonnaie en verklaarde mij voor gek dat ik hem niet in mijn eigen zak had gestoken. “Maar het is wel eerlijk van u. Wij zullen u straks als u de winkel verlaat een cadeau geven.” Ik kreeg een mooie fles whisky, mooi wat vormgeving betreft want met een soort netwerkje over de fles gespannen. Merkwaardig was wel dat er volgens het etiket behalve vanille ook geitenmelk aan de whisky was toegevoegd. Al verbaasde ik me daar tijdens de droom niet over: immers van verbazing is in The Dream Realm never nooit nie sprake.

zaterdag 6 augustus 2011

Ne derangez pas. Je regarde Canal Plus

Lille, 30 mei 2011,
Restaurant Alcide, 19:06:09
O kansloze kjel dagge zij. Zit ie in een leeg restaurant met foie gras op de kaart om straks een vegetarische salade te eten. De uitbater zelf zat bij de deur, met aan weerszijden van hem een jonge ober. De jonge obers zijn vriendelijk en een beetje onnozel. De uitbater, met zijn leren jas en zijn zwarte hitlersnorretje, oogt als een maffiose onderkruiper. Als hij in een film zou spelen kreeg hij de rol van onbetrouwbaar sujet die al knipmessend een knipmes bij iemand in de rug plant. (Gelieve mij te verontschuldigen voor de al te geforceerde woordspeling.)
Te veel bedelaars op straat, een vriendelijke met een daklozenkrantje heb ik tweee euro gegeven, zonder een krantje af te nemen; smetvrees. Ook veel antiglobalistentypes met dreadlocks en honden. Er is een smal horecastraatje dat naar Place Rihour leidt. Een zo’n uitvreter poseert precies in het midden van dat straatje zijn Deense dog en gebruikt de hond als ruggensteun terwijl hij nadrukkelijk zijn hand ophoudt.
Op Place du Général de Gaulle werd ik staande gehouden door een meisje op een fiets. Haar handen zijn vuil en haar tanden zijn vies: ik ben op mijn hoede. Maar ze komt me geen geld aftroggelen, ze wil alleen de weg weten. Ik zeg haar dat ik niet uit Lille kom, maar dat ik wel een kaart heb. Waar ik dan wel vandaan kom? “Je viens de Hollande.” Waarop zij: “Ik ook.” Ze heet A. en werkt tijdelijk op een biologische boerderij in een dorpje onder Lille. Ze is zichtbaar opgetogen om een landgenoot te ontmoeten. –Inmiddels heb ik mijn salade végétarienne op en mijn glas medoc leeg.- We praten een poosje en dan vertrekt zij naar de bloemenzaak aan de Rue Nationale, die ik haar op de kaart heb aangewezen. Als ze uit zicht is, een doffe gewaarwording: laat ik hier een kans liggen? Hoe vaak raak ik tijdens mijn reizen met iemand aan de praat? Zelden. En met leuke jongedames? Vrijwel nooit. Ze werkt op een biologische boerderij. Wie weet studeert ze aan de landbouwuniversiteit in Wageningen. Ik verman me en loop naar de bloemenzaak. A. is er nog. A. komt niet uit Wageningen, maar uit Rotterdam. Ik vraag haar of ze met me wil afspreken. Ze reageert niet ovulerend enthousiast, maar evenmin afhoudend. “Wat wil je dat we gaan doen?” vraagt ze. “Gewoon beffen, pijpen, neuken, anaal als je dat lekker vindt en een sigaretje na afloop,” en dat vond ze een goed idee. Nee kidding. Ik stelde het Musée des beaux arts voor, maar “ze was niet zo van de kunst.” Van neuken zal het ook wel niet komen, maar ach wat babbelen samen, om niet te zeggen gezellig wat babbelen samen en wellicht naar de film of zo… Ik vermoed dat ze begin twintig is. Toen ze naar de weg wilde vragen, sprak ze me aan met u.
Naast me twee Engelsen die hun bestelling in zeer acceptabel Frans plaatsen. De vrouwelijke helft heeft een paar pondjes extra rond de heupen. Nochtans zou ik haar graag bestijgen. Of op mijn rug liggen terwijl zij op mij neerzijgt, mag ook. Hinderlijk is evengoed de patélucht die van haar bord opstijgt en in mijn richting warrelt.
Hoofdpijn grotendeels over. Heb enige Scheten & Stront in mijn Kont, die moeten eruit. Dus straks niet naar film, maar naar mijn kansloze kamertje om te schijten en verder te lezen in het boek van, in het boek van, kom, ik kan zijn naam anders honderd keer zeggen, ik zie zijn ijdele hoofd op de achterplat zo voor me, kom aan zeg, word ik seniel of zo, gewoon ff niet aan denken en dan schiet het je vanzelf te binnen –et voilà: Menno Wigman. En rukken: is het niet op de cadans van het krakende bed van de buren dan door me te verlustigen aan de porno op de tv. Niet zonder humor die Fransen: “Ne derangez pas. Je regarde Canal Plus.”