vrijdag 23 september 2011

Poëziecentrum Gent

Poëziecentrum Gent ff binnengewipt. Niet om me aan poëzie te laven, maar om Gierik NVT door te bladeren, waarin een verhaal van mij zal verschijnen. Onder Gierik stond Awater met Arie Boomsma op het voorplat. Arie poseert of ie de Denker van Rodin is, maar dan met hand in de nek, niet onder kin. “Ook voor Henk en Ingrid is een gedicht te vinden,” staat er onder. Als schijtpapier deugt het niet, daarvoor is het te glad, dan maar de kachel ermee aan maken.

C-Jean, Gent

Het eten is hier inderdaad erg lekker, de derde gang is een bereiding van uien, maar dan wel van een speciaal soort, die maken dat je winden extra lekker zullen geuren, zo verzekert mij de blonde gastvrouw die ik graag eens in haar etc. Weinig klandizie voor het overige. Behalve ik drie beschaafde Vlaamse jongelingen en twee onbeschofte Amsterdammers die je overal bovenuit hoort. De ene wil een dame blanche als “toetje” en of de dame in kwestie maar even op die tafel wil gaan liggen, nee gebbetje. Zoiets zal ik nooit zeggen. Ik ben benieuwd hoe die twee Hollandse vrije jongens op de nota gereageerd hebben, ik deed toch wel enigszins schrikkieschrik van die rekening die gerust exorbitant genoemd mocht worden, al liet ik niets merken, behalve dat ik rode kop kreeg en zin had om die blonde gastvrouw alsnog op een tafel te kwakken, met haar buik, broek naar beneden en – enfin.

vrijdag 16 september 2011

Villa des roses / Werken van barmhartigheid

Vorige week Villa des Roses van Elsschot gelezen, deze week Werken van barmhartigheid van Louis Ferron. Beide boeken waren een genoegen en Villa des Roses zelfs een onverdeeld genoegen. Een Vlaming die zakelijk en doeltreffend Nederlands schrijft, helder als een pas gezeemd raam. Een geestig boek, licht van toon, dat evenwel inkijk biedt in de verborgen en minder verborgen motieven en drijfveren van zomaar wat mensen in een Parijs´ pension. De roman van Ferron is allesbehalve licht van toon, het is een boek dat ronkt en bonkt. Tirades en scheldkanonnades. Barokke zinnen, high brow cultuurverwijzingen. Zeker tot op de helft van het boek, wist de schrijver me te overtuigen (mee te slepen); daarna boette het verhaal in aan geloofwaardigheid met toch iets van een anticlimax tot gevolg.

zondag 11 september 2011

Nopens mijn geestigheden jegens obers

Ober 1:

-Een hapje eten, meneer?
-Nee, een slokje drinken.

Ober 2 (Vlaming)(terwijl ik in mijn mollenvel zit te priegelen):

-Is het al opgenomen
-Nee, de filmrechten moeten nog verkocht worden.

dinsdag 6 september 2011

Powwetrie mittun lugje

De strontbrenger van het universum


de grondlegger van het universum schijt zijn laars vol
de grondlegger van het universum is namelijk aan de schijt
de grondlegger van het universum is dermate aan de schijt
dat hij de plee niet meer halen kan: daarom schijt hij zijn laars vol

het is een koddig gezicht de grondlegger van het universum
zo gehurkt te zien boven zijn laars
sommige eonen lachen hem uit
-maar dat lapt hij aan zijn laars

u zult misschien denken die laars die is niet te benijden
maar dan zit u ernaast
de grondlegger van het universum zit er niet naast
die zit erop – op de laars

ondertussen prijst de laars zich gelukkig
de ontlasting van de grondlegger van het universum immers
stinkt niet gruwelijk als de stront van stervelingen
maar ruikt als frisse lindebloesem

je bent grondlegger van het universum of je bent het niet

vrijdag 2 september 2011

De Zaaier

De Muskusmalve in de tuin zo goed als uitgebloeid. Afgeknipt en de dopvruchten in een tas gestopt. Mijn wandeling om het dorp gemaakt en de vol met zaadjes zittende dopvruchten met enige regelmaat in de berm gegooid. Kijken of we volgend jaar veel kaasjeskruid langs de weg zien bloeien. Nog herhalen met zaad van de stokroos.