zaterdag 25 augustus 2012

Guerrilla gardening

Vanochtend, nadat ik mijn moeder had afgezet bij het winkelcentrum waar de lelijke mensen hun boodschappen doen en doorgereden was naar de bakker in de stad, zocht ik een plaatsje om mijn auto te parkeren. Ik hoorde prachtige muziek en bleef in de auto zitten tot aan de laatste noot. Het bleek de prelude uit Lohengrin van Wagner, de componist die Joden haatte en een verdomde rotkop had (kon ie ook niets aan doen). Op de terugweg, nadat ik mijn moeder weer had opgepikt bij het winkelcentrum dat indertijd nog geopend is door Willem van Hanegem en Wim Jansen, ik was toen een jaar of acht, luisterden we naar Johnny Hallyday die “Je veux me promener” zong. “Ik ken da wijsje,” zei mijn moeder. “Da zat vroeger bij ons in de jukebox.” Ik verbaasde me nogal over de tekst ervan: « Je veux me promener /Avec vous avec vous/Mais si vous préférez/Même pas sortir du tout//Alors chérie venez/Oh oui ! Venez/Venez donc chez moi faire un tour « Misschien is het mijn Frans dat tekortschiet, maar zeggen van “als je helemaal niet uitgaan wil, kom dan naar mij dan gaan we een tochtje maken” lijkt mij op zijn zachts gezegd ongerijmd en, iets minder zacht gezegd, tamelijk van de pot gerukt. (Dat doet me weer aan David Bowie denken: “Tell my wife I love her very much. She knows.” Als zij het al weet, waarom het haar dan zeggen? (Maar ik heb dat hier al een keer aangehaald. Ik moet niet in herhaling vervallen. Straks verdenkt men mij van seniliteit.) Ben onderweg nog gestopt om mijn moeder op een stokroos te wijzen, die zomaar aan de zoom van een weiland stond. Mijn voornemen voor deze nazomer: guerrilla gardening.

zondag 19 augustus 2012

Een Martin Brilletje doen

In de Groene doet Philip Huff een Martin Brilletje. Ben jaloers, zou ook graag zo’n opdracht krijgen, van joh rij es daar en daar naartoe en beschrijf wat je ziet. Okay: een Blokker, een Action, een Etos en een Dixons. Broodje warme geitenkaas bij de plaatselijke croissanterie. In T. stopte laatst een dude van een jaar of vijfentwintig midden op een T-splitsing om een smsje of een Whatsappje of een whatever te beantwoorden. Scootersgassies scheurden door Ambtmanstraat, een zwarte Audi kwam er vlak achteraan. Ze hadden plezier zo. Gister was ik in Amsterdam, eerst zag ik juffrouw Jannie fietsen, even later, ter hoogte van het Concertgebouw, verdomd waar, Sinterklaas. Trouwens wat Philip Huff zegt over de verbouwde boerderijen in Noordbarge, namelijk dat die net zo goed buiten Den Bosch hadden kunnen staan, waag ik te betwijfelen: De architectuur van de boerderijen in Noord Nederland verschilt nogal van die van de boerderijen “onder de rivieren”. Dat is een van de leuke dingen van met de trein naar Groningen of Leeuwarden reizen, je ziet de bouwstijl van de boerderijen ingrijpend veranderen. Enfin.

zaterdag 11 augustus 2012

Dans le café...

Aan de bar was het een brouhaha van jewelste. Veel artistiek angehauchte figuren, talenten en halftalenten, studenten en studentes. Iemand stond over een jukebox gebogen. Het volgende moment klonk een merqwaardigh lied, zo merkqwaardigh, dat het de merqwaardighe spelling van merqwaardigh rechtvaardigt. De rook om te snijden, heel jaren zeventig. Hij zat aan een tafeltje in de hoek. Alleen. Onderuitgezakt. Met een leeg glas. “Leef je nog?” vroeg ze? “Jij wekt een steen nog te leven,” zei hij.
“Ga mee.”
De volgende ochtend werd hij wakker in een onbekende kamer. Hij had hoofdpijn. Er was een broodrooster op zijn schouder getatoeëerd.