dinsdag 30 juli 2013

Nique ta mère

Een collega van mij gaat deze week naar Zuid Frankrijk. Voor ik naar huis ging, wenste ik hem goede reis. “Hoe is je Frans eigenlijk,” vroeg ik hem. “Heel beperkt,” antwoordde hij. “Je weet hoe je dankjewel moet zeggen hè?” “Merci Beaucoup toch?” “Ja, maar dat klinkt niet erg hip. Nique ta mère klinkt veel eigentijdser.” “Hoe zeg je da?” “ Gewoon, niek ta meruh.” “Niek ta meruh?” “Ja, helemaal goed.” “Nou bedankt voor de tip!” “Geen dank. En bon voyage!”

De slimste mens in de wakende wereld

Kees Moeliker is een sympathieke Rotterdammer (hup Feyenoord!), maar toch ben ik blij dat het hem niet gelukt is in De slimste mens Hanna Bervoets weg te spelen. Ze heeft zo’n lekker geil smoeltje! (Wou ik efkes kwijt.)

zondag 28 juli 2013

De slimste mens: ook in dromenland

Wordt uw leven ook opgeluisterd door dat schitterende NRCV-programma De Slimste Mens? Ik sla geen aflevering over. Ze pakken het ook heel goed aan door te zorgen dat er elke avond wel een vrouw bij zit met wie ik het doen wil. Zo heeft Marit van Bohemen het twee afleveringen volgehouden, voor haar genoeg om mijn droomwereld binnen te dringen. Ik droomde dat ze aan het begin van het programma –tijdens het introductiepraatje- aan Frederik Philips vertelde dat ze een paar uur per dag achter een raam zat in de rosse buurt van Leiden om “wat bij te verdienen.” Marit hoorde de presentator denken, is dat niet gevaarlijk in een ruige stad als Leiden (blijkbaar is Leiden in dromenland een ruige stad, red.) maar nee ze werkte hoofdzakelijk aan het eind van de middag en stopte voor het donker werd; bovendien bestond haar klantenbestand voornamelijk uit onschadelijke losers. Toen ik Marit dat hoorde zeggen, dacht ik, misschien moet ik toch eens naar Leiden, ofschoon Marit, die sowieso metterjaren aan aantrekkelijkheid heeft ingeleverd, plotsklaps en in sneltreinvaart begon te verouderen; haar gezicht verschrompelde als een versmade appel op een fruitschaal. Dát, plus het feit dat ik gister gemasturbeerd heb kijkende naar een filmpje van twee cunnilingussende redheads, van wie er een een tatoeage van een woord of naam net onder de borst had, maakte dat ik in de werkelijkheid van de droom overwoog om LOST op mijn borst te laten tatoeëren, niet omdat ik me per se zo lost voel , maar omdat ik het zondermeer een cool woord vind –of vond. Koketterie met het loserdom blijft iets romantisch hebben, ook na je veertigste. (Toen ik me vanochtend terwijl ik in de auto zat mijn droom herinnerde, was het alsof ik die overweging in de wakende wereld gemaakt had en niet in dromenland. Het is maar dat u het weet.)

zondag 21 juli 2013

Remise de peine

Een van mijn grootste gelukmomenten van dit jaar beleefde ik tijdens lezing van Remise de peine van Patrick Modiano. Ik had hiervan kond gedaan in een e-mail aan vriendin E. met wie ik gisteravond at op het terras van Nol in ’t Bos. Net toen ik over Remise de peine wilde beginnen, vroeg E. – Française van origine – “Et comment était Remise de peine?” “C’était formidable,” zei ik en ik brandde los. Er deed zich iets merkwaardigs voor want na tien minuten vertellen over het boek en vragen van E. beantwoorden over de situatie van Patrick en zijn broertje Rudy, raakte ik aangedaan. Ik kreeg het, potverdikkie, te kwaad. En dat was niet omdat ik zelf een broertje heb gehad dat aan leukemie is overleden, zoals Patrick Modiano, noch omdat ik verwaarloosd ben door mijn ouders, zoals Patrick Modiano, maar omdat Patrick Modiano in Remise de peine de innige liefde die beide broertjes voor elkaar voelen zo goed invoelbaar maakt. Zo goed, dat het verlies, dat in de roman/novelle nauwelijks aan bod komt, des te schrijnender wordt. Ik heb nu bijna alles wat er van de hand van Patrick Modiano verschenen is gelezen en ik denk dat ik Remise de peine, in al zijn ogenschijnlijke eenvoud, misschien wel zijn mooiste werk vind… Ik had tijdens lezing ervan ook de ietwat bevreemdende ervaring dat er in het boek iets van Sylvie van Gérard de Nerval doorschemert, zonder dat ik daar precies de vinger op kon leggen. De beschrijving van de nog redelijk onbevangen jeugdjaren wellicht, de pastorale sfeer ervan. Feit is dat in de tweede helft van het boek, als Patrick een andere tijdlaag aanboort en vertelt over zijn periode in een kostschool, hij het heeft over een dagje spijbelen dat hem de gelegenheid biedt om Mortefontaine en Ermenonville te bezoeken, plaatsen die in de biografie van Gérard de Nerval én in Sylvie een rol spelen. Tot slot nog dit. De uitgave van Remise de peine die ik heb, bevat een voorwoord van Olivier Adam. Van die gast heb ik een paar jaar geleden A l’abri de rien gelezen, wat ik een schmierend vod vond. Wie schetst mijn verbazing – het is een en al verbazing wat de klok slaat vandaag – wanneer ik in zijn voorwoord lees dat hij zo ongeveer net zo idolaat is van Patrick Modiano als ik en zo’n beetje om de zelfde redenen..? En het wrange is, hij weet dat ook nog pakkend en precies onder woorden te brengen…

zaterdag 13 juli 2013

Filmtemperatuur

Mijn moeder en ik zaten linksachter in de bioscoop. Omdat je als publiek de temperatuur in de film zelf mocht regelen –een noviteit–, drentelde mijn moeder door het gangpad naar het witte doek om de kachel een paar graadjes hoger te zetten; mijn moeder heeft het altijd koud. Rechts van het gangpad zaten Van Kooten en De Bie. Terwijl mijn moeder bezig was de temperatuur te regelen, liet Kees van Kooten zijn afkeuring blijken. Met sarcastische stem riep hij luid: “Natuurlijke temperatuur! Natuurlijke temperatuur!” Ik werd boos. “Zeg meneer Van Kooten, zoudt u mijn moeder niet met rust laten?!!” Kees van Kooten werd bang en deed er meteen het zwijgen toe.